Voeding

Goede voeding is van groot belang voor je konijn. Er zijn verschillende soorten voeders te verkrijgen bij dierenwinkels en andere zaken. Zo zijn er mixvoeders die bestaan uit verschillende (gedroogde) voedingsmiddelen maar ook geperste brokken. Het nadeel van mixvoeders is dat een kieskeurig konijn alleen de lekkere stukjes er uit haalt en de rest laat liggen. Dat kan leiden tot een te eentonig dieet. Bij de geperste brokken krijgt je konijn wel alle voedingsstoffen binnen.

Naast kant en klaar voer kun je je konijn natuurlijk ook verse groente of fruit geven. Het beste kun je afwisselend kleine beetjes groente geven. Voorbeelden van groente die je konijn graag zal eten zijn andijvie, veldsla, broccoli, venkel, bleekselderij, knolselderij, koolrabi, wortelen en wortelloof, het loof van radijsjes, blaadjes witlof, paksoi, waterkers, peterselie en selderij. Dit kun je aanvullen met vers hooi of geplukt gras. Geef geen gemaaid gras, dit is te vochtig.

Een aantal planten kun je beter niet aan je konijn geven: prei, ui, bieslook, bonen, erwten, maïs, vaste kool, spruitjes. Te veel klaver veel nat gras kun je ook beter vermijden. Koolsoorten, sla en witlof kunnen er voor zorgen dat een konijn last krijgt van gasvorming wat weer dodelijk kan zijn. Een beetje bloemkool of boerenkool kan wel.