Deilenaar

Land van herkomst: Nederland


Korte geschiedenis van het ras:
Dit ras werd ontwikkeld door een fokker uit het plaatsje Deil in de Betuwe. Welke rassen hiervoor precies zijn gebruikt is onbekend maar vermoedelijk zijn o.a. Vlaamse Reuzen, Chinchilla’s, Rode Nieuw-Zeelanders en Tans gebruikt. Op 1 mei 1940 werd het ras officieel erkend.

Rasbeschrijving:
Kop: breed, kort en markant

Oren: lengte van ca. 11 cm

Lichaam: geblokt, gespierd en fors, kort, korte en brede hals.

Vacht: langer dan van andere konijnen, glanzend, op de kop, oren en poten is de vacht korter dan op de rest van het lichaam.

Kleur: warme roodbruine dekkleur met een zwarte onregelmatige en nogal zware ticking die zich over het hele lichaam uitstrekt.

Gewicht: tussen 2 en 3,5 kilo

Karakter: levendig en vriendelijk

Bijzonderheden:
Deze konijnen zijn tot dusverre nog voornamelijk in handen van sportfokkers.

Alaska

Land van herkomst: Duitsland


Korte geschiedenis van het ras:
De Alaska is afkomstig uit Duitsland. Alaska lijkt een ongelukkig gekozen naam voor een zwart konijn maar slaat op het feit dat de fokkers het doel hadden een zwart konijn te fokken met witte haartoppen, qua kleur lijkend op de Alaska-vos. Hiertoe werden Klein Zilvers, Hollanders, Havana’s en Russen gekruist. Hieruit verschenen twee soorten: effen zwarte konijnen en dieren met een zwarte vacht waarvan de dikkere en langere haren in de vacht wit waren. Ondanks alle inspanningen bleek het niet mogelijk een konijn te fokken met de vacht van de vos. Men besloot toen zich toe te leggen op het fokken van een lakzwarte vacht. In 1907 werd het ras voor het eerst op een tentoonstelling gebracht.

Rasbeschrijving:
Kop: goed ontwikkeld, breed en niet lang

Oren: lengte van ca. 11 cm, afgeronde toppen

Lichaam: gedrongen, vrijwel halsloos, mooi afgeronde vormen.

Vacht: fijne structuur, zacht, normale hoeveelheid onderwol, goed aanliggend

Kleur: lakzwart

Gewicht: tussen 2,5 en 4 kilo

Karakter: attent en levendig.

Bijzonderheden: Als huisdier komen ze weinig voor.