Tan

Korte geschiedenis van het konijnenras

De Tan (ook wel genoemd Lohkonijn) is ontstaan in de tweede helft van de negentiende eeuw in Engeland. Het eerste Tan konijntje was een toevalstreffer. Het werd gevonden op een kleine wei van de heer Cox in Brailsford waar onder andere Hollanders en zwart zilvertjes rondliepen. Dit konijn trok de aandacht met zijn zwarte rugpartij en lichtgele buik en een aantal fokkers besloot zich toe te leggen op het fokken van deze kleur. De eerste Tankonijnen hadden een gele buik, een zwart rugdek, een geblokte lichaamsbouw.

Oorspronkelijk kregen deze Tankonijnen de naam “Black and Tan” mee. Er werden een aantal Tans met Belgische Hazen gekruist waardoor de kleur dieper werd maar de bouw ook langer en forser. Al snel ontstonden er twee verschillende types binnen het ras: het Brailsford type en het Cheltenham type. Er werden twee rasverenigingen opgericht waarvan er uiteindelijk een werd opgeheven en beide type konijnen gingen uiteindelijk in elkaar op. Rond de eeuwwisseling kregen ook fokkers uit andere landen interesse in dit type en in 1900 kwamen de eerste dieren naar Nederland.

Tan

Rasbeschrijving:
Kop: breed, vol en kort met flinke wangen

Oren: ca. 9 cm lang, stevig, met goed afgeronde punten

Lichaam: gedrongen en volle bouw met mooi afgeronde lijnen, rechte en stevige poten, heel korte nek.

Vacht: gemiddelde lengte, fijne structuur, dicht tegen het lichaam aanliggend, diepe glans

Kleur: zwart, blauw, bruin, lilac. Hier en daar kunnen witte haartjes zichtbaar zijn maar een teveel aan witte haren wordt op tentoonstellingen als fout aangemerkt. Het is belangrijk dat de uitmonstering zo scherp mogelijk begrensd is en een mooi contrast vormt met de dekkleur

Gewicht: tussen 2 en 3 kilo

Karakter: vriendelijk

Land van herkomst: Engeland

Bijzonderheden:
De Tan heeft een grote groep liefhebbers in alle landen waar het raszuiver gefokt wordt.