Korte geschiedenis van het ras:
De Rijnlander behoort tot de konijnenrassen met een opvallend kleurpatroon waarbij het lichaam overwegen wit is met gekleurde vlekjes op de kop en de zijden en een gekleurde aalstreep. Het ras werd begin 20e eeuw gefokt door de heer J. Heintz uit Grevenbroich in het Rijnland hetgeen gelijk de naam verklaart. Hij maakte onder meer gebruik van wildkleurig gevlekte rasloze konijnen en Japanners. Later is de Papillon ingekruist. In 1905 werd het ras officieel erkend en vond het zijn weg naar andere landen.
Rasbeschrijving:
Kop: goed ontwikkeld, doet rond aan en is breed.
Oren: rechtopstaand, lengte van ca. 12 cm
Lichaam: matig gestrekt met een vrij korte nek, gespierde poten.
Vacht: glad tegen het lichaam aan, mooi glans, zacht.
Kleur: twee variëteiten: zwarte en roodgele aftekeningen met donkerbruine ogen, blauwe en gele aftekeningen met blauwe ogen.
Gewicht: tussen 3 en 4 kilo
Karakter: vriendelijk en levendig.
Land van herkomst: Duitsland
Bijzonderheden:
Het fokken van de Rijnlander heeft zo zijn bijzonderheden. In een nestje Rijnlanders kunt u vrijwel altijd dieren verwachten die eruit zien als een Japanner, of volledig witte dieren.