Lilac

Land van herkomst: Engeland


Korte geschiedenis van het ras:
Er zijn drie verschillende konijnenrassen die sterk op elkaar lijken en die wat de vachtkleur betreft op dezelfde genetische achtergrond gestoeld zijn: de Nederlandse Gouwenaar, de Engelse Lilac en de Duitse Marburger Feh. De Marburger Feh is tegenwoordig wat donkerder van kleur. De Gouwenaar werd in 1927 in Nederland officieel erkend.

Rasbeschrijving:
Kop: kort en breed

Oren: lengte van ca. 11 cm, afgeronde toppen

Lichaam: kort, vierkant gebouwd, brede borst, brede schouders, brede rug en een soepel afgeronde achterhand, korte en gespierde nek.

Vacht: kort, fijn en zacht, dicht tegen het lichaam aanliggend

Kleur: pastelachtig lichtblauw (lila), ogen grijsblauw

Gewicht: tussen 2,5 en 3,5 kilo

Karakter: rustig en aanhankelijk

Bijzonderheden:
Dit ras zou bijzonder geschikt zijn als huisdier maar dit komt nog niet veel voor waarschijnlijk door zijn geringe bekendheid.

Kleurdwerg Rex

Land van herkomst: Nederland

Kleurdwerg rex

Rasbeschrijving
Kop: bolrond, breed voorhoofd, brede wangen, sterk gebogen neusbeen, relatief grote en bolle ogen

Oren: 5 cm, smal en fijn van structuur, dicht tegen elkaar aan staand

Lichaam: sterk gedrongen bouw, erg korte nek, fijne en rechte pootjes, korte voetjes.

Vacht: kort en glanzend, fluweelachtig, veel onderwol, gekrulde snorharen

Kleur: elke voorkomende kleur, uitmonstering en aftekening maar nog volop in ontwikkeling

Gewicht: maximaal 1 kilo

Karakter: levendig


Korte geschiedenis
Kleurdwergen met rexbeharing zijn gefokt door het kruisen van kleurdwergen met marterkleurige Rexen. De eerste dieren waren wit en marterkleurig. Ze werden in 1966 voor het eerst in Nederland tentoongesteld. In Engeland werden ze in 1990 erkend onder de naam Mini-Rex.

Bijzonderheden
Ze zijn erg levendig en hebben een hoge aaibaarheidsfactor.

Kleurdwerg rex

Klein zilver

Korte geschiedenis van de Klein Zilver

De Klein Zilver is een Engels konijnenras. Dit ras is waarschijnlijk een van de oudste konijnenrassen ter wereld. Al in de 17de eeuw is er in Engeland sprake van konijnen met verzilverde haarpunten. Al in 1631 werd de Klein zilver beschreven. Vast staat dat in het midden van de 19e eeuw serieuze pogingen werden ondernomen om de Klein Zilver raszuiver te fokken. In 1860 werd dit ras voor het eerst op een tentoonstelling gepresenteerd. In het midden van de 19e eeuw kwamen de Klein Zilvers al in de meeste landen van Europa voor maar het heeft nog enkele jaren geduurd voor het ras ook definitief erkend werd.

Dankzij zijn populariteit is de Klein zilver in vele andere rassen gebruikt. Onder andere in de Thrianta, Hollander en Alaska vinden we de Klein Zilver terug.

Klein zilver

Rasbeschrijving:
Kop: breed met volle wangen

Oren: lengte van 8 tot 12 cm met afgeronde toppen

Lichaam: geblokte en korte bouw, korte nek, brede borst, mooi afgeronde achterhand, rechte en gespierde poten.

Vacht: kort, dicht ingeplant, vlak tegen het lichaam aanliggend, sterk glanzend

Kleur: licht verzilvering, donkere verzilvering, middenverzilvering. Wanneer de jongen geboren worden is de vacht geheel doorkleurd. Pas rond de leeftijd van vijf tot zes weken begint de vacht te verzilveren. Alle haren die vanaf die leeftijd uitvallen, maken plaats voor nieuwe haren die verzilverd zijn.

Lichte verzilvering wil zeggen: het overgrote deel van de vacht is verzilverd
Donkere verzilvering wil zeggen dat een klein deel van de vacht verzilverd is
Midden verzilvering wil zeggen een verzilvering die tussen bovengenoemde twee ligt

Onafhankelijk van deze verzilvering komt dit ras voor in: konijngrijs, zwart, blauw, havanabruin en geel

Gewicht: tussen 1,75 en 3,25 kilo

Karakter: pittig en levendig.

Land van herkomst: Engeland

Bijzonderheden:
Vanwege zijn pittige karakter is dit ras minder geschikt als huisdier voor kinderen

Klein Lotharinger

Korte geschiedenis van het ras:

De Klein Lotharinger is een ras van Nederlandse origine. Het ras laat zich het beste typeren als een verkleinde versie van de Groot Lotharinger. Het werd in 1975 officieel erkend en heeft binnen korte tijd een grote groep liefhebbers voor zich gewonnen. In vergelijking met de Lotharinger zijn de tekeningen zoals vlinder, wangstippen en oogringen kleiner van formaat. Het ideaal voor de zijdetekening is 5 tot 8 vlekken op elke zijde.

In meerdere landen binnen Europa komt een kleine versie van de Lotharinger voor. Met name de Tjechische Schecke gooit internationaal hoge ogen. De meeste van de Klein Lotharingers die in Nederland zitten, hebben reeds Tjechisch bloed.

Rasbeschrijving:
Kop: breed, niet te lang, goed ontwikkeld, brede wangen

Oren: ca. 10 cm lang

Lichaam: gestrekte lichaamsbouw, rechte en stevige poten.

Vacht: normale lengte, zacht aanvoelend, dicht ingeplant, glad tegen het lichaam aanliggend, rijke glans.

Kleur: alle bekende konijnenkleuren komen voor. Kenmerkend is de bijzondere tekening op een verder stralend witte pels. Er wordt een scheiding gemaakt tussen de kop- en lichaamstekening. De koptekening omvat de zogenaamde vlinder, oogringen, doorn, wangstippen en de gekleurde oren. Op het lichaam heeft de Klein Lotharinger een zogenaamde aalstreep die loopt vanachter de oren tot aan de staart. Tenslotte hebben ze op elke zijde verschillende stippen die in het ideale geval rond zijn en niet in elkaar mogen overlopen. Witte haartjes of vlekjes in de gekleurde delen worden niet gewaardeerd.

Gewicht: ten hoogste 3 kilo

Karakter: vrij levendig en goedaardig.

Land van herkomst: Nederland

Bijzonderheden:
De Klein Lotharinger wordt veel door fokkers gehouden maar zou zeker ook geschikt zijn als huisdier

Klein chinchilla

Land van herkomst: Frankrijk


Korte geschiedenis van het ras:
De Klein Chinchilla is een Frans ras dat al opgang maakte voordat zijn grote naamgenoot gefokt werd. De Chinchilla is een wildkleurig konijn waarvan alle geel- en roodachtige pigmenten uit de vacht verdwenen is. De factor die deze kleurverandering veroorzaakt vererft dominant. Het ras is vernoemd naar de uit Zuid-Amerika afkomstige Chinchilla. Net als deze werd de Klein Chinchilla voornamelijk gefokt vanwege zijn vacht. De Klein Chinchilla werd in 1913 voor het eerst op een tentoonstelling uitgebracht en in 1914 op de grote internationale tentoonstelling in Parijs.

De Chinchilla is het moeilijkste ras voor Europese uniformiteit. In Zwitserland kent men maar 1 type Chinchilla die qua grootte het midden houdt tussen onze kleine en grote Chinchilla. Duitsland heeft weer Chinchilla’s met een kortere pels terwijl Frankrijk en Engeland juist veel meer waarde aan de pels hechten.

Rasbeschrijving:
Kop: kort, breed en goed ontwikkeld

Oren: lengte van ca. 10 cm, stevig met afgeronde toppen

Lichaam: kort, gedrongen en breed van bouw, korte en forste poten

Vacht: langer dan van de meeste konijnenrassen ca. 3 a 4 cm, dicht ingeplant, veel onderwol, heel zacht. Betere vacht dan de Groot Chinchilla.

Kleur: een witte tussenkleur met een duidelijke zwarte, vlokkerige ticking, de buik is altijd wit, het gedeelte van de vacht dat het dichtst tegen het lichaam aan ligt wordt de grondkleur genoemd, deze is donkerblauw.

Gewicht: tussen 2 en 3 kilo

Karakter: vriendelijk en toeschietelijk

Bijzonderheden:
Dit ras wordt voornamelijk door sportfokkers gehouden maar zou zeker zeer geschikt zijn als gezelschapsdier.

Japanner

Land van herkomst: Frankrijk


Korte geschiedenis van het ras:
In tegenstelling tot wat de rasnaam doet vermoeden is de Japanner geen Japans ras maar stamt uit Frankrijk. De voorouders zijn bij toeval ontdekt in een parkje waar verschillende half verwilderde rasloze konijnen en driekleurige Hollanders gehouden werden. De kleurstelling van de dieren was zo apart dat besloten werd deze in een ras vast te leggen. De eerste Japanners werden tentoongesteld in 1887 en in 1889 werd het ras ingeschreven voor de wereldtentoonstelling in Parijs onder de naam Lapin Japonais. Ook andere landen kregen belangstelling. In Engeland en de Vereningde Staten heet het ras Harlequin.

Rasbeschrijving:
Kop: flink breed

Oren: afgeronde toppen, lengte van ca. 12 cm

Lichaam: fors, licht gestrekte bouw, goed gespierde poten van gemiddelde lengte.

Vacht: kort, glanzend, aanliggend, gemiddelde hoeveelheid onderwol

Kleur: tweekleurig in vier verschillende kleurstellingen: de ene kleur is altijd geel tot geelrood en de contrasterende vachtkleur kan zwart, bruin, blauw en lilac zijn. De zwarte en bruine dieren hebben bruine ogen, lilac en blauwe hebben blauwgrijze ogen.

Gewicht: tussen 2,5 en 4 kilo

Karakter: gemiddeld levendig, vriendelijk.

Bijzonderheden:
Het fokken van dit ras is een grote uitdaging vanwege de tekening van de dieren. Het kruisen van twee mooi getekende dieren geeft niet automatisch even goede dieren.

Isabella

Land van herkomst: Engeland/Nederland


Konijnen met deze bijzondere vachtkleur ontstonden zowel in Nederland als in Engeland. Fokkers hebben jarenlang dit ras onder dezelfde rasnaam gefokt zonder dit van elkaar te weten. Het ras in in 1940 in Nederland erkend.

Rasbeschrijving:
Kop: kort en breed

Oren: lengte van ca. 11 cm, afgeronde toppen

Lichaam: geblokt, brede borst, brede rug, brede schouders, soepel afgeronde achterhand, korte en gespierde nek.

Vacht: glanzend, zacht, fijn en kort, ligt glad tegen het lichaam aan

Kleur: beige

Gewicht: tussen 2 en 3,5 kilo

Karakter: meegaand en betrouwbaar

Bijzonderheden:
Dit ras komt buiten de landen van oorsprong nauwelijks voor.

Hulstlander

Land van herkomst: Nederland


Korte geschiedenis van het ras
De Hulstlander is een betrekkelijk nieuw ras en is gefokt door J. de Graaf in de streek Hulstlanden in Overijssel. Hij heeft hierbij gebruikt gemaakt van Witte Weners en blauwogige Pooltjes. Het ras is begin 1980 ontstaan en werd in 1984 opgenomen in de standaard van de Nederlandse konijnenfokkersbond. Het ras komt in andere landen nog nauwelijks voor. Qua bouw lijkt de Hulstlander nog het meest op de Klein Zilver. Het ras heeft een korte, gedrongen bouw met goed gevulde voor- en achterhand en een fraaie contour.

Rasbeschrijving:
Kop: breed en kort met flinke wangen

Oren: ca. 9 cm lang, stevig, goed behaard en in V-vorm gedragen

Lichaam: kort en vol, mooi afgeronde lijnen, korte, stevige en rechte poten, erg korte hals, klein, geblokte bouw

Vacht: kortharig, dicht tegen het lichaam aanliggend, voldoende onderwol

Kleur: helderwit, lichtblauwe ogen

Gewicht: ca. 2,5 kilo

Karakter: temperamentvol

Bijzonderheden
De Hulstlander wordt op beperkte schaal gehouden door sportfokkers. Als huisdier voor kinderen is het wellicht te temperamentvol.

Hollander

Land van herkomst: Engeland


Korte geschiedenis van het ras
De Hollander is samen met de Klein Zilver en de Tan een van de oudste rassen die we kennen. De typische tekening was honderden jaren geleden al bekend. Er zijn schilderijen uit de 15e eeuw waar al konijnen op afgebeeld staan met een hollandertekening. Dit ras stamt uit Engeland maar de verre voorouders stammen wel uit Nederland en het noorden van België. Al in 1870 zag men het ras op tentoonstellingen en negen jaar later werd in Engeland een rasclub opgericht. De Hollander heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van o.a. Witte Wener, Japanner, Alaska, het Pooltje en Hussemer Blauwoog.

Rasbeschrijving:
Kop: kort, bolvormig, breed, goed gevulde wangen

Oren: ca. 9 cm lang, met goed afgeronde punten

Lichaam: gedrongen, vrij fors, relatief korte poten, recht en stevig.

Vacht: kort, dicht ingeplant, vlak aan het lichaam liggend, sterke glans

Kleur: zwart, blauw, bruin, konijngrijs, haaskleur, ijzergrauw, blauwgrijs, madagaskar, isabella, chinchilla, oranje, driekleur. Voorgeschreven zijn twee gekleurde kopplaten die zowel de ogen, de wangen als de oren omsluiten maar niet naar de snuit mogen doorlopen. door een juiste tekening krijgt de Hollander een mooie, scherp afgetekende en omgekeerde V-vormige bles. Vanaf ongeveer het midden van het lichaam tot en met de staart is dit ras gekleurd

Gewicht: tussen1,5 en 3 kilo

Karakter: rustig en meegaand

Bijzonderheden
De Hollander valt onder de zogenaamde sportrassen. Het is ook als huisdier erg in trek.

Havana

Land van herkomst: Nederland


Korte geschiedenis van het ras:
Aan het einde van de 19e eeuw werden in Ingen in de Betuwe uit twee rasloze konijnen witgevlekte konijnen geboren met een bijzonder vachtkleur: donkerbruin. Middels kruisingen met Russen en terugkruisingen naar deze bruine stamvader is geprobeerd de bijzondere kleur vast te leggen en dat is goed gelukt. De dieren werden in 1902 voor het eerst getoond op een grote internationale tentoonstelling in Parijs. Vanwege de bijzondere gloed die dit konijn in de ogen heeft, vuurgloed genoemd, duidde men het ras toen aan met de naam “Ingense Vuuroog”. Later heeft het konijn nog een andere naam gehad namelijk Beverkonijn tot het uiteindelijk zijn blijvende rasnaam Havana kreeg.

Rasbeschrijving:
Kop: vrij kort, erg breed en goed ontwikkeld.

Oren: lengte van ca. 11 cm.

Lichaam: gedrongen en kort, breed en zowel aan de voor- als achterkant mooi afgerond, weinig nek, de poten van gemiddelde lengte.

Vacht: gemiddelde hoeveelheid onderwol, dicht en glanzend, mooi gesloten aanliggend, fijne structuur.

Kleur: Diep chocoladebruin zonder nuanceverschillen

Gewicht: tussen 2,5 en 4 kilo

Karakter: attent en levendig.

Bijzonderheden:
Havana’s worden voornamelijk gehouden door fokkers. Als gezelschapsdier komen ze helaas zelden voor.